Stolwerk Metaal is een metaalrecyclingbedrijf dat gelegen is op het gezoneerde industrieterrein Breda Noord / Terheijden. Voor dit industrieterrein was een saneringsprogramma vastgesteld. De Provincie was verantwoordelijk voor het zonebeheerder en voor de uitvoering van het saneringsprogramma. De gemeente trad op als vergunningverlener. Het bedrijf is een zognoemde ‘grote lawaaimaker’. Na uitbreiding van het bedrijf met een aangrenzend (vrij gekomen) kavel en na herinrichting van het bedrijfsterrein wordt een nieuwe milieuvergunning aangevraagd. In de buurt van het bedrijf ligt een bedrijfswoning. Hoewel bedrijfswoningen op gezoneerde industrieterreinen geen recht op bescherming krachtens de Wet geluidhinder hebben, krijgen deze woningen op grond van jurisprudentie toch een minimaal beschermingsniveau.Uit het akoestisch onderzoek van De Wolff volgde dat de geluidbelasting van het bedrijf toenam en dat bij de naburige bedrijfswoning de grenswaarden van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en van het piekniveau werden overschreden. De schrootpers en de dieselkranen waren de maatgevende bronnen. Vallend schroot was maatgevend voor de piekniveaus. Er zijn bronmaatregelen aan het hydraulisch aggregaat van de schrootpers geadviseerd (omkasting). Er is een geluidreductiepakket (retro-fit) aan de overslagkranen geadviseerd; de kosten van deze maatregel kwamen in aanmerking voor vervroegde afschrijving in het kader van de Vamil-regeling. Geadviseerde maatregelen in het management zijn onder meer het optimaliseren van de logistiek tussen beide terreinen, en het aanbrengen van mechanische ventilatie en automatische deursluitingen in de sorteerloods en in de kabelpelloods, zodat deze gesloten kunnen blijven tijdens geluid producerende werkzaamheden. In de rapportage is gemotiveerd dat andere geluidbeperkende maatregelen op bezwaren van logistieke en financiële aard stuiten. Met dit maatregelenpakket paste de aanvraag binnen de zone en kon bij de bedrijfswoning aan het minimale beschermingsniveau worden voldaan, zodat de vergunning kon worden verleend. De bijkomende conclusie dat de saneringsdoelstelling werd gefrustreerd, was geen grond om de vergunning te weigeren.